Over de collectie
Bobby Rosenboom bouwde Cinetone op
Vera de Lange
"Rosenboom voelde zich thuis in internationale kringen van regisseurs en producenten"
Toen Bobby Rosenboom in 1932 in dienst trad bij Jacob Merkelbach, begon hij al snel met het maken van filmstills en portretten in de Cinetone Studio's. Die studio beleefde destijds gouden tijden: in de jaren dertig werden er meer dan 20 Nederlandse speelfilms geproduceerd.
Leeggeroofd
Na de oorlog - Bobby en Mies Merkelbach waren getrouwd en hadden de fotostudio overgenomen - werd hij gevraagd om als studiomanager de gehavende Cinetone-studio weer op te bouwen. Het gebouw was volledig onttakeld. Tijdens de bezetting was Cinetone ingezet als dependance van de Duitse filmproductiemaatschappij UFA en werd er een groot aantal Duitse speelfilms geproduceerd. Bij hun vlucht in 1944 hadden de bezetters de complete studio-uitrusting leeggeroofd, tot en met de stopcontacten en wastafels aan toe. In tijden van zeer grote schaarste moest Rosenboom tot in Engeland op zoek om alle benodigde filmapparatuur bij elkaar te sprokkelen.
Heintje Davids
Pas in 1948 kon de studio worden heropend. De eerste film die toen werd gedraaid, 'Niet tevergeefs', was een internationale productie over het verzet tijdens de Hongerwinter. De Franse regisseur Edmond T. Gréville maakte twee versies: een Nederlandse en een Engelse (met Engelse acteurs), getiteld 'But not in Vain'. Daarna bracht Cinetone Jaap Speyers vrolijke liedjesfilm 'Een koninkrijk voor een huis' met de vooroorlogse filmster Heintje Davids in de hoofdrol. Deze lichtvoetige film met serieus en actueel thema - de woningnood - trok bijna 1,3 miljoen bezoekers.
Toverballenautomaten
Toen werd het echter weer stil in de studio. Vier jaar lang werden er geen speelfilms gemaakt. Weinig producenten wilden in Nederlandse films investeren, omdat die over het algemeen nauwelijks bezoekers trokken. Rosenboom moest zijn veertigkoppige studioploeg, waaronder decorbouwers, schilders en belichters, aan het werk houden met het maken van woonboten en toverballenautomaten. Pas in 1956 zou de overheid de filmindustrie steunen met een productiefonds dat voor nieuwe bedrijvigheid zorgde.
Charme
In die periode klopten ook buitenlandse filmploegen, vaak uit Amerika, aan bij Cinetone. Zij vormden een grote belofte. Rosenboom voelde zich thuis in internationale kringen van regisseurs en producenten. Met zijn charme en aanpassingsvermogen bewoog hij soepel mee met hun wensen. Bij de Amerikaanse spionageserie 'Secret File USA', die Cinetone in 1954 een jaar werk opleverde, kreeg hij zelfs een dubbelfunctie als studiomanager en uitvoerend producent.